Attractief en eerlijk spel
Inleiding
Cruciaal onderdeel van de sportbeleving van huidige en aspirant leden is dat de duivensport
aantrekkelijk en zo eerlijk mogelijk is. Dat realiseren is om te beginnen geen gemakkelijke
opgave. Er zijn nu eenmaal verschillen in de duivensport zoals windrichting tijdens de vlucht,
aantal duiven waarmee gespeeld wordt en er zijn hobbyisten en (semi) professionals. En we
spelen allemaal in dezelfde wedstrijd. Om daar een systeem bij te bedenken wat enerzijds
aantrekkelijk en zo eerlijk mogelijk is valt niet mee en geen enkel systeem zal onder alle
omstandigheden perfect zijn. Maar ervaring leert ons dat we een heel eind kunnen komen.
Overigens durf ik de stelling ook wel aan dat attractief en eerlijk hand in hand gaan. Als een
systeem als eerlijk of zo eerlijk mogelijk wordt ervaren zal het ook attractief zijn. Laten we een
aantal basis principes eens langs lopen die het mogelijk maken attractief en zo eerlijk mogelijk
spel te bieden.
Gelijke vlieggebieden
Om prestaties te kunnen vergelijken heb je landelijk en per afdeling gelijke vlieggebieden
nodig. We hebben dat ingevuld door voor de V/M/J/N vluchten vlieggebieden in te stellen met
minimaal 150 leden. Voor de dagfond ligt dat aantal rond de 500+ leden. En voor de marathon
nemen we de Sector uitslagen. Op deze manier kun je landelijk en in de afdeling prestaties
met elkaar vergelijken. Is dat systeem nog te verbeteren? Uiteraard is dat zo en het Uitslagen
Dashboard is mede bedoeld om dat te realiseren. In het Uitslagen Dashboard staan straks elke
week alle vlieggebieden van heel Nederland overzichtelijk bij elkaar op 1 pagina en kunnen
we ze elke week heel eenvoudig vergelijken. Wellicht dat een bepaald vlieggebied wat groter
moet worden omdat bijvoorbeeld de deelname harder terugloopt op de laatste M en J
vluchten dan het gemiddelde. Meten is weten en er zal snel draagvlak ontstaan om correcties
toe te passen waar nodigt als de transparantie en het inzicht er is. Feiten spreken immers voor
zich.
Na de herindeling van de afdelingen hebben we 5 nieuwe afdelingen van ongeveer gelijke
omvang. Dat is weer van belang voor eerlijke Olympiade en WBP competities waar door de
FCI coëfficiënten voor worden berekend met deelname als deelgetal. Wat deze nieuwe 5
grotere afdelingen ook bieden is vanaf 200 km grote mooie afdelingsconcoursen welke een
uitdaging zijn om te winnen. En op een vlucht gaan we voor de afdeling en vlieggebieden
uitslagen maken van de snelste duif en beste hokprestatie of Grootmeester en zo gaan we
attractief en eerlijk spel combineren.
Komt de kleinere liefhebber er nog aan te pas?
“Bij eerlijk spel is de definitie van succes cruciaal. Als succes enkel wordt gedefinieerd als de
eerste spelen in een groot concours dan kan de strijd tussen hobbyist en professional snel in
het nadeel uitvallen van de hobbyist. Als het bijvoorbeeld gaat om de beste hokprestatie
(Grootmeester) of het aangewezen kampioenschap dan ligt het alweer een stuk
genuanceerder. We zullen succes moeten herijken op een manier waarbij ook de hobbymatige
duivenhouder een kans heeft zich te onderscheiden.”
Bovenstaande passage komt uit het Eerlijk spel voorstel wat in 2022 is aangenomen door de
NPO Ledenraad. Met zoveel woorden wordt aangegeven dat we succes breder moeten
trekken dan alleen het winnen van kopprijzen. En dat hebben we vervolgens ook gedaan. Bij
elke uitslag wordt nu ook de Grootmeester uitslag getoond. De Grootmeester uitslag geeft
aan welk hok als team het beste heeft gepresteerd. Op zich is het Grootmeester systeem niet
nieuw. De NPO hokkampioenschappen worden al jaren op deze wijze berekend en ook het
Spoor der Kampioenen besteed al jaren aandacht aan de beste hokprestatie in de
Grootmeester competitie. Wat nieuw is dat we het direct en meer prominent in beeld brengen
per vlucht en per spelniveau. De ervaring leert dat zowel de grotere als ook de kleine(re)
liefhebber zich positief kan onderscheiden in de Grootmeester uitslag. Prima, en zonder de
reguliere uitslag van snelste duif tekort te doen is de Hokprestatie of Grootmeester uitslag
een goede aanvulling.
De spelregels van de Grootmeester uitslag zijn simpel. Het totaal aantal behaalde punten van
de duiven in de uitslag wordt gedeeld door het aantal ingekorfde duiven met een minimum
van 8 en 4 op respectievelijk de V/M/J en E/A vluchten. Wil je niet met al je ingekorfde duiven
deelnemen aan een vlucht? Geen probleem want je kunt een deel of al je duiven meegeven
als invliegduif. En om de Grootmeester titel te winnen moet je net als in de reguliere uitslag
een topprestatie leveren. Niet met 1 of een paar duiven maar met je hele team. En in relatief
korte tijd kunnen we constateren dat het Grootmeesterschap leeft en wordt gewaardeerd. In
de presentatie van de Grootmeester uitslagen valt nog wel wat te verbeteren. Dit kunnen we
meenemen in het nieuwe Uitslagen Dashboard.
Klopt dit alles nu in de praktijk? In de bijgevoegde analyses van een aantal vluchten zien we
het volgende. In de eerste analyse van de vluchten M19 en E21 zien we dat het loont om met
meer duiven te spelen als je een kopprijs wilt winnen. De gemiddelde deelname per liefhebber
op M19 is 24 duiven en de top 10 van de afdelingsuitslagen speelt met gemiddeld 52 duiven.
Op E21 zijn deze getallen respectievelijk 12 en 33. Op zich geen verrassende uitkomst want
meer duiven inkorven betekend meer kans op een vroege prijs.
Dan de Grootmeester uitslag op de vluchten V23 en M24. Daar is de gemiddelde deelname 15
duiven op V23 en de top 10 in de Grootmeester uitslag speelt met 17 duiven. Op M24 zijn
deze getallen respectievelijk 14 en 19. Dat ligt dus veel dichter bij elkaar. En hoe dichter
gemiddelde deelname en de top bij elkaar liggen hoe beter en eerlijker. Overigens is het dus
ook niet zo dat, zoals wel eens wordt beweerd, de Grootmeester uitslag wordt gedomineerd
door liefhebbers welke spelen met weinig duiven.
Is aanpassen van deelname maxima een oplossing
De NPO Ledenraad heeft als onderdeel van het besluit over Eerlijk spel en Kampioenschappen
een deelname maximum van 150 oude duiven vastgesteld. Bij de jonge duiven en Natour ligt
dit maximum op 250. De gedachte achter deze maxima is om excessen te voorkomen zodat
een liefhebber bijvoorbeeld niet met 1.000 of meer duiven kan deelnemen aan een vlucht. De
analyse van M19, E21, V23 en M24 laat zien dat het maximum van 150 vele malen hoger is
dan de gemiddelde deelname van respectievelijk 24, 12, 15 en 14. Zo bezien is er ruimte om
de maxima neerwaarts bij te stellen om zo het spel eerlijker te maken. Anderzijds zal een
eventuele aanpassing drastisch van aard dienen te zijn om effect te sorteren. Een beetje
aanpassen of zelfs halveren gaat geen verschil maken. De vraag is of een drastische aanpassing
de sportbeleving van de grote(re) liefhebber niet teveel aantast. Grote en kleine liefhebbers
beoefenen samen de duivensport en we hebben iedereen, groot en klein, nodig. Het NPO
Bestuur kiest dus niet voor het aanpassen van de deelname maxima.
Samenvattend richting 2030
Het NPO spelbeleid rust op 3 pijlers; Attractief, zo eerlijk mogelijk en leven en laten leven.
Attractief spel krijgen we in de 5 nieuwe afdelingen met mooie grote concoursen welke een
uitdaging zijn om te winnen. En elke week kunnen de liefhebbers zich onderscheiden in twee
competities; snelste duif en beste hokprestatie en dat alles in afdeling en in de vlieggebieden.
Volop kans om je als liefhebber te onderscheiden en te genieten van mooie duivensport.
Zo eerlijk mogelijk realiseren we door afdelingen en vlieggebieden van gelijke omvang en de
Grootmeester uitslag naast de snelste duif uitslag. Gelijke omvang van afdelingen en
vlieggebieden maakt dat we uitslagen en daarmee ook de kampioenschappen landelijk en
regionaal kunnen vergelijken. De Grootmeester uitslag is door de opzet eerlijk voor alle
liefhebbers, groot of klein. Wat telt is de beste hokprestatie wat naast de snelste duif een
extra mogelijkheid is je te onderscheiden.
Leven en laten leven is ook essentieel. De ene liefhebber speelt met de kleine korf, een andere
liefhebber graag met wat meer duiven. We hebben hobbyisten en (semi) professionals en de
beleving van de duivensport verschilt per liefhebber. Maar we hebben elkaar allemaal nodig.
Dus respecteer elkaar en werk samen aan een toekomstbestendige duivensport.
Het NPO Bestuur vertrouwt erop dat we met deze aanpak attractief en zo eerlijk mogelijk spel
kunnen aanbieden voor bestaande en aspirant leden nu en richting 2030. En de NPO
Ledenraad denkt er ook zo over. In de najaar NPO ledenraad in november 2023 zijn de
voorstellen voor eerlijk spel en kampioenschappen, zoals deze beschreven zijn in deze notitie,
unaniem aangenomen. En zo valt er weer een puzzelstukje op zijn plaats richting een
toekomstbestendige duivensport in 2030.
Gerard van de Aast